Op een paar kinderkwaaltjes, een dikke bult en een snotneus na mogen wij niet klagen over de gezondheid van onze dochter. Al van kleins af aan groeit, eet, drinkt en ontwikkelt ze zich eigenlijk aardig ‘volgens de boekjes’. Bij het consultatiebureau zijn ze dan ook altijd tevreden, op het feit na dat ze altijd ‘op het onderste lijntje’ zit. Wij zijn daarvan niet erg onder de indruk, met de bouw van papa en mama had ik ook niet verwacht dat we een klein dikkertje op de wereld zouden gaan zetten. Nee, eerder een lang, dun slungeltje met de motoriek van een dronken kerel.
En zo geschiede…
Van wat lompe valpartijen zijn we eigenlijk niet echt meer onder de indruk. Als ik die lange spaghettibeentjes onder dat veel te snel bewegende lichaampje zie fladderen, verbaast het me ook niet dat ze al menig keer de stoep, vloer of een ander willekeurig voorwerp heeft mogen kussen met haar voorhoofd. Soms zo snel achter elkaar dat ze eruit zag als een klein duiveltje met aan beide kanten van haar voorhoofd een bult alsof er ieder moment een hoorntje uit kan groeien. Of een schaafwond, of een blauwe plek. Het went…
Totdat ze op gezellig dagje uit met Tante Syl, Ome Vito en Opa weer eens een keiharde smakker maakte. Een smakker die niet leuk was, zeker heftig te noemen, maar waar ze eigenlijk vrij snel weer overheen leek te zijn. Dat gaat erg gemakkelijk als er allemaal spelende kinderen om je heen rennen, maar schijn bedriegt. Later in de auto spuugde ze alsnog de hele boel onder, waardoor we ons toch even zijn gaan melden op de dokterspost.
Verdenking: Hersenschudding
Zoals dat nou eenmaal gaat in de medische wereld was daar, na zo’n vijf keer hetzelfde verhaal te hebben besproken, het verlossende woord: de kinderarts in het ziekenhuis wil haar zien. Alles voor ons meisje, dus om 10 uur ’s avonds pakken we onze vrij vermoeide (en dus niet meer te houden) meisje in en verhuizen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis….
Inmiddels 22:45 uur
Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis, doen we eigenlijk het dokterspostverhaal nog eens over. ‘Wat is er precies gebeurd?’ en ‘U kunt plaatsnemen in de wachtkamer.’. Ondertussen vliegt het speelgoed door de wachtkamer, aangezien dit meisje normaal al enkele uren in dromenland ligt. De situatie verbetert zich niet, wanneer wij door mogen lopen, nog eens vertellen wat er gebeurd is en dan in een ziekenhuiskamer mogen wachten. Even voor uw beeldvorming: zo’n kamer waar een kind van bijna 2 overal mogelijkheden ziet om te spelen. Knipperende lampjes, slangetjes aan en uit te muren, voetpedalen bij het bed, draaistoelen, computers en verder: Overal afblijven.
En 23:45 uur
De tijd tikt en tikt en als er dan eindelijk iemand komt vertellen dat ze ter observatie moet worden opgenomen, blijkt dat alle kamers bezet zijn en we dus nog even mogen… WACHTEN. Iets wat in deze kamer met een kind van bijna 2, rond middernacht een steeds grotere opgave begint te worden. ‘Ongeveer een half uurtje…’ wordt ons gezegd en als dat niet lukt, HOERA! Naar een ander ziekenhuis.
En 0:45 uur…
Dat half uurtje wordt een uur maar godzijdank wordt ons wachten beloond, er is een plekje en we mogen haar naar bed brengen. Ondanks allerlei slangen en kabeltjes aan haar lijf is ze binnen 2 minuten vertrokken en slaapt de hele nacht door. Dat slapen gold zeker niet voor deze mama, die na elk vreemd piepje rechtop in bed zat.
Gelukkig zijn alle controles goed en blijken de alarmerende piepjes allemaal niet zo alarmerend als mijn mama-instinct. ‘s Ochtends mag ons blauwe voorhoofd meisje weer mee naar huis, met haar is gelukkig nog altijd alles in orde en die gemiste uurtjes slaap halen we wel weer een keertje in. Safety First!